Wat is waarde beleggen?

De aanpak

Grafiek die waardebeleggen uitlegt: lage koers en hoge investeringswaarde.

Slow and steady wins the race.

Aesop

Of je nu begint met beleggen of juist verdieping zoekt: op deze site ben je aan het juiste adres. Wij zijn er namelijk om jou te helpen als het gaat om waardebeleggen (ook vaak aangeduid als value beleggen of value investing). We doen dat onder meer met waardevolle achtergrondinformatie, interessante links en nuttige artikelen. Hieronder beginnen we met een uitleg over we het principe achter waardebeleggen. En hier vind je snel en gemakkelijk financieel nieuws en bedrijfsgegevens. Spreekt de filosofie van het waardebeleggen je aan? Dan ben je in goed gezelschap. Niemand minder dan Warren Buffett is namelijk de bekendste exponent van deze school beleggers.

De opkomst van waardebeleggen

Om het succes van beleggers als Warren Buffett te begrijpen is het leerzaam om eerst te kijken hoe deze strategie is ontstaan. Waardebeleggen, value beleggen of value investing is een raamwerk voor het nemen van beleggingsbeslissingen dat in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw werd ontwikkeld door Benjamin Graham. Voor de crash van 1929 was het kopen en verkopen van aandelen en obligaties een ongeordende en chaotische activiteit. Het boek Security Analysis dat Ben Graham samen met David Dodd schreef, schiep orde op dit gebied door het aanbrengen van structuur en logica in het beleggingsproces. Graham kan men dus gerust de vader van het waardebeleggen noemen. In zijn voetsporen traden talloze succesvolle waardebeleggers als Bill Ruane, Charlie Munger,Warren Buffett, Walter Schloss en Joel Greenblatt. De belangrijkste overeenkomst tussen deze beleggers is dat zij effecten kopen op basis van het verschil tussen prijs en waarde. Hiermee spelen ze in op een opvallende eigenaardigheid van de financiële markten.

Het basisidee

De basisboodschap van Graham was dat emoties een grote rol spelen op de effectenbeurzen. Angst en hoop, niet rede, voeren de boventoon en kuddegedrag is eerder regel dan uitzondering. Graham observeerde dat beleggers in aandelen systematisch overreageren door historische resultaten te ver in de toekomst te projecteren. Dit leidt tot een patroon van onderwaarderingen en overwaarderingen: de koersen van onbeminde bedrijven zakken te diep in elkaar en de koersen van populaire ondernemingen schieten te ver naar boven door. Graham vergeleek de beurs met een kiesmachine: ‘de markt is geen weegmachine die de waarde van een aandeel registreert op basis van een nauwkeurig en onpersoonlijk mechanisme dat is gerelateerd aan de individuele eigenschappen. De markt is daarentegen een kiesmachine waar ontelbare individuen een keuze uitbrengen die gedeeltelijk het product is van rede en gedeeltelijk het product is van emotie.’ Op deze wijze komt ‘de markt’ tot een oordeel, ofwel een koers. Soms komt dat oordeel volledig los te staan van rationele waarderingen. De kunst is volgens Graham om te investeren op het moment dat de prijs tijdelijk ver onder de intrinsieke waarde ligt en te vertrouwen in het mechanisme van de markt om zich te herstellen. Dat mechanisme zorgt ervoor dat normale verhoudingen op termijn prevaleren.

Emoties zijn grillig, maar waarde is meetbaar

Benjamin Graham wist dat emoties onvoorspelbaar zijn, en daarom besteedde hij maar weinig aandacht aan ‘de beurs’, of aan het trachten te voorspellen van het algemene niveau ervan. Aangezien hij geen tijd verspilde met dit soort activiteiten kon hij zich bezighouden met vruchtbaarder zaken. Hij richtte zijn vizier zodoende op individuele ondernemingen. Value beleggers beschouwen een aandeel namelijk als een part eigendom in een bedrijf waarvan de waarde evenredig correspondeert met de waarde van de gehele onderneming. Graham speurde actief naar bedrijven die tijdelijk te koop waren tegen een voordelige prijs. Nog steeds geldt dat alle waardebeleggers in essentie zoeken naar afwijkingen tussen de waarde van een onderneming enerzijds, en de prijs van het beursgenoteerde aandeel anderzijds.

De sigarenpeukmethode

Benjamin Graham mikte vooral op ondernemingen die te koop waren voor minder dan twee derde van het werkkapitaal. Hij zocht zodoende naar aandelen die aantoonbaar goedkoop waren op basis van verifieerbare criteria. Later noemde Warren Buffett dit ook wel de sigarenpeuk-methode: je ziet een peuk op straat en je pakt deze op omdat er nog een gratis trekje in zit. Graham was sterk gefocust op de bezittingen van een onderneming, waar zijn voornaamste discipelen zoals Warren Buffett en Charlie Munger zich steeds meer gingen richten op de toekomstige winsten van het bedrijf. Graham kon dat ook doen omdat hij opereerde in een wereld die nog naschokte van de grote depressie. Charlie Munger heeft bijvoorbeeld wel eens opgemerkt dat ‘Ben Graham zijn geigerteller kon laten lopen over het puin van de ineenstorting in de jaren 30 en dingen vond die te koop waren voor minder dan het werkkapitaal per aandeel.’ De moeilijkheid van deze methode was echter dat dergelijke overduidelijke koopjes in de loop der tijd verdwenen. Naarmate meer en meer slimme beleggers het voordeel van de methode inzagen, namen zij al doende alle koopjes weg. 

 

Zo ziet de groei van een waardebeleggingsportefeuille eruit.

Ander soort ‘koopjes’

Grahams raamwerk bleek nochtans sterk genoeg om met een enkele aanpassing de tand des tijds te kunnen doorstaan. Toen zijn volgers zagen dat de nauw gedefinieerde Grahamiaanse onderwaarderingssituaties verdwenen, wijzigden zij de definitie van een ‘koopje’. Waar Graham zich richtte op de bezittingen en de liquidatiewaarde van een onderneming (de balans), daar werd de aandacht nu verschoven naar het winstgenererende vermogen (de resultatenrekening). Daarmee verschoof het accent feitelijk van het verleden naar de toekomst. Charlie Munger: ‘We realiseerden ons dat een bedrijf dat te koop was voor twee of drie maal de boekwaarde nog steeds een ongelooflijk koopje kon zijn door de stuwkracht van zijn positie – soms in combinatie met een speciaal systeem of de ongewoon sterke vaardigheden van een bepaalde bestuurder.’

Excellente ondernemingen

Toen de nieuwe generatie waardebeleggers eenmaal de horde had genomen dat iets goedkoop kon zijn op een andere basis dan de kwantitatieve criteria van Ben Graham, begon men na te denken over sterkere ondernemingen. De compagnon van Warren Buffett, Charlie Munger, schat in dat de eerste 200 à 300 miljoen dollar van Berkshire Hathaway afkomstig is van ‘het wroeten met de geigerteller’, maar stelt vast dat het leeuwendeel van het geld van Berkshire is verdiend met uitstekende ondernemingen. Munger: ‘op de lange termijn is het voor een aandeel lastig om een hoger rendement te behalen dan de onderliggende business. Als een bedrijf 6 procent verdient op zijn kapitaal gedurende 40 jaar en je houdt het 40 jaar lang aan, dan zul je een rendement halen dat in de buurt ligt van 6 procent, zelfs al koop je het met een enorme korting. Omgekeerd zul je een prima resultaat behalen als je een bedrijf koopt dat, gedurende 20 of 30 jaar, 18 procent op het kapitaal weet te verdienen. Dit geldt zelfs wanneer je een prijs betaalt die op het eerste gezicht wat hoog lijkt.’

Definitie van ‘waarde’

Value beleggen is een eenvoudig maar doeltreffend raamwerk dat zich sinds het prille begin voortdurend heeft ontwikkeld en zo haar oorspronkelijke waarde heeft weten te behouden. De dominante taak van een waardebelegger bestaat nog steeds uit het zoeken naar bedrijven die te koop zijn voor minder dan hun intrinsieke waarde. Deze waarde wordt tegenwoordig echter wel anders omschreven dan in de vroege dagen. Gevraagd naar de definitie van waarde antwoordt Buffett doorgaans: ‘de waarde van de geldmiddelen die uit het bedrijf voortkomen gedurende de rest van zijn levensduur, verdisconteerd tegen een gepaste rentevoet.’ Om het tijdloze karakter van Grahams raamwerk te verduidelijken tot slot nog een citaat van Warren Buffett uit het jaarverslag van Berkshire Hathaway van 1992: ‘Wat is “beleggen” als het niet het streven is naar een waarde die de aankoopprijs rechtvaardigt? Bewust meer betalen voor een aandeel dan de becijferde waarde – in de hoop dat het snel kan worden verkocht tegen een nog hogere koers – zou men eigenlijk speculatie moeten noemen…’ Meer dan waarschijnlijk zal dit over 100 jaar nog steeds de essentie van beleggen zijn.

Scroll naar top